Schijnzelfstandigheid is een groeiend probleem voor ZZP’ers en opdrachtgevers. Om dit fenomeen tegen te gaan, moeten er maatregelen worden genomen om te voorkomen dat je als ZZP’er gekwalificeerd wordt als ‘schijnzelfstandige’. Het is essentieel om duidelijke criteria vast te stellen om echte zelfstandigheid te onderscheiden van schijnzelfstandigheid, en om passende maatregelen te nemen indien er sprake is van schijnzelfstandigheid. Door effectieve preventieve maatregelen te implementeren, kan je als ZZP’er voorkomen dat je door de Belastingdienst aangemerkt wordt als schijnzelfstandige (met alle fiscale gevolgen van dien).
Inleiding
Het huidige arbeidslandschap is divers en dynamisch, met een toenemend aantal zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers), die een belangrijke bijdrage leveren aan de economie. Maar, er is een groeiende zorg over schijnzelfstandigheid; een situatie waarin een ZZP’er lijkt te werken als een onafhankelijke opdrachtnemer, maar in feite werkt in een situatie die lijkt op loondienst (gezagsverhouding).
In dit artikel duiken we diep in dit onderwerp, onderzoeken we de subtiele nuances van schijnzelfstandigheid en bieden we maatregelen om dit te voorkomen. Het artikel is bedoeld als een uitgebreide gids voor zowel ZZP’ers als opdrachtgevers die de risico’s van schijnzelfstandigheid willen verminderen.
Wat is schijnzelfstandigheid?
Schijnzelfstandigheid ontstaat wanneer een zelfstandige zonder personeel (ZZP’er) zichzelf presenteert als een onafhankelijke ondernemer, maar in werkelijkheid werkt in een omgeving die lijkt op een traditionele arbeidsrelatie. In dergelijke gevallen kan de ZZP’er feitelijk worden beschouwd als een werknemer in loondienst, en dit kan leiden tot juridische en fiscale gevolgen.
Waarom is schijnzelfstandigheid een probleem?
Schijnzelfstandigheid is een probleem om verschillende redenen. Ten eerste kan het leiden tot oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt. Omdat ZZP’ers doorgaans lagere kosten hebben en minder belasting betalen dan traditionele werknemers, kunnen ze diensten aanbieden tegen lagere tarieven. Dit kan leiden tot oneerlijke concurrentie en mogelijk de lonen en arbeidsvoorwaarden in bepaalde sectoren onder druk zetten.
Ten tweede kan schijnzelfstandigheid leiden tot een verlies aan belastinginkomsten voor de overheid. ZZP’ers betalen doorgaans minder belasting dan traditionele werknemers en kunnen dus profiteren van fiscale voordelen die bedoeld zijn voor echte zelfstandigen (ondernemersfaciliteiten).
Tot slot kan schijnzelfstandigheid risico’s inhouden voor de ZZP’er zelf. Als de Belastingdienst bepaalt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, kan de ZZP’er worden geconfronteerd met naheffingen en boetes. Bovendien kan de ZZP’er fiscale voordelen verliezen en mogelijk worden verplicht om bij te dragen aan werknemersverzekeringen. Ook de opdrachtgever gaat vaak niet vrijuit en zal geconfronteerd kunnen worden met naheffingen en boetes.
Hoe wordt schijnzelfstandigheid beoordeeld?
De Belastingdienst beoordeelt schijnzelfstandigheid op basis van drie criteria:
- Gezagsverhouding: Heeft de opdrachtgever gezag over de ZZP’er? Dit kan het geval zijn als de opdrachtgever toezicht houdt op het werk, instructies geeft over hoe het werk moet worden uitgevoerd of de ZZP’er integreert in de organisatie.
- Persoonlijke arbeid: De ZZP’er moet persoonlijk het werk uitvoeren en mag het niet zomaar aan iemand anders uitbesteden.
- Beloning: De ZZP’er ontvangt een vergoeding voor zijn diensten, maar deze mag niet gelijk zijn aan een loon. Dat wil zeggen, het mag niet vast, regelmatig en afhankelijk zijn van het aantal gewerkte uren.
Als aan deze drie criteria wordt voldaan, kan er sprake zijn van schijnzelfstandigheid.
Hoe kun je schijnzelfstandigheid voorkomen?
Er zijn verschillende strategieën die zowel ZZP’ers als opdrachtgevers kunnen volgen om schijnzelfstandigheid te voorkomen.
Voor ZZP’ers
- Werk voor meerdere opdrachtgevers: Door voor meer dan één opdrachtgever te werken, kun je aantonen dat je een onafhankelijke ondernemer bent en niet afhankelijk van één enkele inkomstenbron bent.
- Behoud de controle over je werk: Zorg ervoor dat je de vrijheid hebt om te beslissen hoe en wanneer je je werk doet. Vermijd situaties waarin de opdrachtgever directe controle heeft over je werk.
- Investeer in je bedrijf: Investeer in tools, technologie, opleidingen en andere middelen die nodig zijn voor je werk. Dit toont aan dat je een serieuze ondernemer bent die investeert in zijn bedrijf.
Voor opdrachtgevers
- Gebruik duidelijke contracten: Gebruik overeenkomsten van opdracht en zorg ervoor dat deze duidelijk aangeven dat de ZZP’er een onafhankelijke ondernemer is en niet een werknemer.
- Vermijd micromanagement: Geef de ZZP’er de vrijheid om te beslissen hoe het werk moet worden uitgevoerd. Vermijd het geven van gedetailleerde instructies of het houden van toezicht op het werk.
- Wees transparant over de betaling: Betaal de ZZP’er op basis van het voltooide werk en niet op basis van tijd. Vermijd het betalen van ziekte- of vakantiegeld, aangezien dit kenmerken zijn van een arbeidsovereenkomst.
De rol van de Belastingdienst
De Belastingdienst speelt een cruciale rol bij het beoordelen van schijnzelfstandigheid. Zij zijn verantwoordelijk voor het controleren van de (arbeids)relaties en het opleggen van boetes en naheffingen aan degenen die de regels overtreden.
Hoewel de Belastingdienst momenteel niet actief controleert op schijnzelfstandigheid, zijn er plannen om hierin verandering te brengen. Vanaf 2025 zal de Belastingdienst waarschijnlijk weer actief gaan controleren op schijnzelfstandigheid.
De gevolgen van schijnzelfstandigheid
Het vaststellen van schijnzelfstandigheid kan ernstige gevolgen hebben voor zowel de ZZP’er als de opdrachtgever.
Voor de ZZP’er kan dit leiden tot:
- Belastingcorrecties en naheffingen: Als de Belastingdienst vaststelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, kan de ZZP’er worden geconfronteerd met naheffingen en boetes.
- Verlies van fiscale voordelen: De ZZP’er kan zijn fiscale voordelen verliezen, zoals de ondernemersaftrek en de mkb-winstvrijstelling.
Voor de opdrachtgever kan dit leiden tot:
- Betaling van werkgeverspremies: De werkgever kan worden verplicht om werkgeverspremies en loonheffingen te betalen, vaak met terugwerkende kracht.
- Boetes: De werkgever kan ook worden geconfronteerd met boetes als gevolg van schijnzelfstandigheid.
Het Kabinet en schijnzelfstandigheid
Het kabinet is zich bewust van de problemen rond schijnzelfstandigheid en heeft plannen om dit aan te pakken. Het doel is om duidelijkere regels te stellen over wanneer iemand wordt beschouwd als werknemer of als ZZP’er, om zo een gelijk speelveld te creëren tussen werknemers en zelfstandigen.
Hulp bij schijnzelfstandigheid
Als je vragen hebt over schijnzelfstandigheid of hulp nodig hebt bij je belastingaangifte, neem dan gerust contact met ons op. We helpen je graag om de risico’s van schijnzelfstandigheid te verminderen. Onze adviseurs hebben uitgebreide ervaring op dit gebied en kunnen je helpen om aan de regels te voldoen en mogelijke problemen te voorkomen.
Conclusie
Schijnzelfstandigheid is een complex en potentieel risicovol gebied voor zowel ZZP’ers als opdrachtgevers. Het is belangrijk om de regels te begrijpen en te voldoen aan de wettelijke vereisten om problemen te voorkomen. Door de juiste stappen te nemen en proactief te zijn, kunnen zowel ZZP’ers als opdrachtgeverssuccesvol navigeren in dit complexe landschap en profiteren van de flexibiliteit en kansen die het ZZP-model biedt.
Bronnen
- Belastingdienst. (n.d.). Schijnzelfstandigheid.
- Kamer van Koophandel. (n.d.). Schijnzelfstandigheid.
- Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. (n.d.). Schijnzelfstandigheid.